Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om niet-reguliere kosten die onverwacht en substantieel zijn op te kunnen vangen, zonder dat de uitvoering van taken en de bedrijfsvoering in gevaar komen. Het weerstandsvermogen geeft aan hoe robuust de financiële positie van de gemeente is. Voor het beoordelen van de "weerstand" is inzicht nodig in de omvang en de achtergronden van de risico’s en de aanwezige weerstandscapaciteit. Het gaat hierbij alleen om risico's waarvoor geen of wellicht onvoldoende verzekeringen zijn afgesloten, voorzieningen zijn gevormd of budgetten binnen de exploitatiebegroting beschikbaar zijn. In deze paragraaf gaan wij in op onze risico’s en het vermogen om deze risico’s op te kunnen vangen.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Algemeen
Wet- en regelgeving
De wettelijke kaders op het gebied van weerstandsvermogen zijn opgenomen in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV). Hierin is bepaald dat bij de begroting en jaarrekening een paragraaf weerstandsvermogen wordt opgenomen. De bepalingen luiden als volgt (citaat uit BBV):
Artikel 11.
1. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:- de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de provincie onderscheidenlijk gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
- alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie.
2. De paragraaf betreffende het weerstandsvermogen bevat ten minste:
- een inventarisatie van de weerstandscapaciteit;
- een inventarisatie van de risico’s;
- het beleid omtrent de weerstandscapaciteit en de risico’s;
- een kengetal voor de:
1a°. netto schuldquote;
1b°. netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
2°. solvabiliteitsratio;
3°. grondexploitatie;
4°. structurele exploitatieruimte; en
5°. belastingcapaciteit- een beoordeling van de onderlinge verhouding tussen de kengetallen in relatie tot de financiële positie.
3. Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld over de wijze waarop de kengetallen,
genoemd in het tweede lid, onderdeel d, door provincies en gemeenten worden vastgesteld
en in de begroting en het jaarverslag worden opgenomen.Gemeentelijke regelgeving op het gebied van het weerstandsvermogen is opgenomen in de verordening ex. artikel 212 Gemeentewet.
In de “Financiële verordening Groesbeek 2015”, is het volgende opgenomen:
Artikel 18. Weerstandsvermogen en risicobeheersing
1. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing bij de begroting en de jaarstukken
staan de verplichte onderdelen op grond van artikel 11 van het Besluit begroting en
verantwoording provincies en gemeenten.
2. Voor het in beeld brengen van de weerstandscapaciteit van de gemeente wordt beoordeeld of de gemeente bij een risicoscenario de schuldverplichtingen in de toekomst kan blijven nakomen zonder dat de uitgaven aan en de investeringen in noodzakelijke publieke voorzieningen in de knel komen.
3. De raad stelt nadere regels op omtrent weerstandsvermogen en risicobeheersing in een nota weerstandsvermogen en risicobeheersing.Op 17 september 2015 is de "Nota Weerstandsvermogen en Risicobeheersing Groesbeek 2015" vastgesteld.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risico's
Risicoregister
In het risicoregister hebben wij alle bekende risico’s in beeld gebracht, beoordeeld en geanalyseerd. Vervolgens geven wij aan hoe wij met het risico willen omgaan in termen van beheersing. De risico’s zijn gekwantificeerd en de risicoscore is bepaald. Per risico geven we het financiële belang aan, vervolgens bepalen wij de kans dat het risico zich daadwerkelijk voordoet, uitgedrukt in een percentage. Hierna hebben wij de risicoscore bepaald door het financieel belang te vermenigvuldigen met de kans.
Klasse-indeling
De gehanteerde klasse-indeling ziet er als volgt uit:Tabel: klasse-indeling
Kans
Klasse
Referentiebeelden
Kwantitatief
1
Zeer klein (< of 1 keer per 10 jaar)
Zeer onwaarschijnlijk, komt niet voor in de branche, voor zover bekend1-20%
2
Klein (1 keer per 5-10 jaar)
Niet waarschijnlijk maar mogelijk, is binnen andere gemeenten wel eens voorgekomen (in de afgelopen 5 jaar)21-40%
3
Gemiddeld (1 keer per 2-5 jaar)
Komt zelden voor maar is wel al eens voorgekomen (in de afgelopen 5 jaar)41-60%
4
Groot (1 keer per 1-2 jaar)
Is verscheidene malen voorgekomen (3 x of vaker in de afgelopen 5 jaar)61-80%
5
Zeer groot (1 keer per jaar of >)
Komt met enige regelmaat voor (1 of meerdere keren per jaar)81-100%
Beheersen van risico’s
In deze fase definiëren wij oplossingen om de geïdentificeerde risico’s te beheersen. Het is van belang dat wij ook iets met de risico’s doen. Voor elk risico maken wij een keuze uit de volgende vier maatregelen:- Beëindigen (B)
Dit houdt in dat wij beleid waar een risico door ontstaat (adviseren te) beëindigen, op een andere manier vorm te geven of geen beleid te starten dat een risico met zich meebrengt. Ook kunnen wij werkprocessen zodanig invullen, dat bepaalde risico’s worden vermeden.
- Verminderen (V)
Door het risico af te dekken middels een verzekering, een voorziening of een ander budget in de begroting kunnen wij het risico verminderen. Hiermee worden de gevolgen van een risico dus beperkt. Tevens kan bij verminderen gedacht worden aan het aanpakken of wegnemen van de oorzaak van het risico.
- Overdragen (O)
Dit kan door het beleid dat een risico met zich meebrengt, uit te laten voeren door een andere betrokken partij, die daarbij ook de financiële risico’s overneemt.
- Accepteren (A)
Als wij een risico niet (kunnen) vermijden, verminderen of overdragen accepteren wij het risico en zullen wij de eventuele financiële schade volledig middels de weerstandscapaciteit moeten afdekken. Dit betekent niet dat het risico niet beïnvloedbaar is en daarom maar geaccepteerd moet worden. Het betekent dat wij het risico op dit moment accepteren en niet op één of andere wijze afdekken. Mocht de wens bestaan om het risico in de toekomst anders te beheersen dan zullen wij moeten kiezen voor beëindigen, verminderen of overdragen.
Inventarisatie risico's
Bij dit onderdeel presenteren wij de risico's. Wij hebben een inventarisatie uitgevoerd, de risico's geanalyseerd en beoordeeld en vervolgens zoveel als mogelijk gekwantificeerd.
We kunnen de risico’s als volgt onderverdelen:
- Aansprakelijkheidsrisico’s
- Risico’s op eigendommen
- Risico’s van de bedrijfsvoering
- Financiële risico’s
- Grondexploitatie
- Verbonden partijen
- Open-einde regelingen
- Grote projecten
- Overige financiële risico's
Bedragen x € 1.000
Categorie
Risico
1. Aansprakelijkheid
1.210
2. Eigendommen
157
3. Bedrijfsvoering
204
4. Financieel
1.989
Totaal risico's
3.560
1. Aansprakelijkheid (totaal risico € 1.210.000)
Bedragen x €1.000
Categorie Onderwerp
Beh.
Fin. Belang
Kans
Risico score
€
Kl.
%
€
Nalatigheid of onrechtmatig handelen
V
100
1
5%
5
Planschade
O/V
50
1
10%
5
Schadeclaims
A
6.000
1
20%
1.200
Totaal
6.150
1.210
Nalatigheid of onrechtmatig handelen
De risico’s zijn in de meeste gevallen beperkt, doordat waar mogelijk verzekeringen zijn afgesloten. Ook hebben wij in de begroting diverse budgetten beschikbaar, bijvoorbeeld om ons eigen risico af te dekken.Planschade
Planschade wordt zoveel mogelijk afgedekt in contracten met ontwikkelaars. In geval van een gemeentelijke ontwikkeling (waar geen verhaal kan plaatsvinden), wordt hier bij de kredietvotering rekening mee gehouden.Schadeclaims
De gemeente loopt altijd het risico dat er schadeclaims ingediend worden. Over het algemeen zijn dit langlopende procedures waarvoor de risico's moeilijk in te schatten zijn. Daarom is hiervoor in de exploitatie geen raming opgenomen. Om de risico's toch mee te kunnen nemen in deze paragraaf, zijn we uitgegaan van een totaal bedrag van € 6 miljoen met een kans van 20%.2. Eigendommen (totaal risico € 157.000)
Bedragen x €1.000
Categorie Onderwerp
Beh.
Fin. Belang
Kans
Risico score
€
Kl.
%
€
Eigen risico schadegevallen
V
25
3
50%
13
Schade door vandalisme of diefstal
V
40
3
50%
20
Onderhoud gemeentelijke gebouwen/terreinen
A
100
3
50%
50
Onkruidbestrijding
V
50
3
50%
25
Ruiming explosieven
V
50
1
10%
5
Bodemsanering
V
150
2
25%
38
Archeologie
V
25
2
25%
6
Totaal
440
157
Eigen risico schadegevallen
De risico’s met betrekking tot onze eigendommen hebben wij aanzienlijk beperkt door het afsluiten van brand- en stormverzekeringen. Er geldt hiervoor een eigen risico van € 2.500 per gebeurtenis. Zaken als bijvoorbeeld vandalisme en diefstal zijn uitgesloten van de verzekering.Schade door vandalisme of diefstal
Vandalisme is niet verzekerd. De kosten worden opgevangen binnen reguliere budgetten en leiden niet tot grote overschrijdingen. Er worden ook bewuste keuzes gemaakt bij het gebruik van materialen in de openbare ruimte, risicomijdend.Onderhoud gemeentelijke gebouwen en terreinen
Wij voeren voor onze eigendommen planmatig beheer en onderhoud uit. Dit doen wij op basis van de beheerplannen en actuele inspecties. De onderhoudstoestand van de gebouwen is op peil en de noodzakelijke dotaties aan de onderhoudsvoorzieningen worden iedere drie jaar geactualiseerd. Voor een aantal gebouwen loopt de discussie over voortgezet gebruik. Hiervoor worden momenteel geen dotaties aan de voorzieningen geraamd.Onkruidbestrijding
M.i.v. 2016 mag geen roundup meer gebruikt worden. De alternatieven zijn duurder en minder effectief. Wiji willen in samenwerking met de burgers de A-kwaliteit ook in dit taakveld in stand houden. Of dit voor 100% gaat lukken is nog onzeker.Ruiming explosieven
Er is een risico dat bij grondwerken explosieven worden aangetroffen waarvoor onderzoeken, dan wel ruimingen moeten plaatsvinden. De kosten hiervan worden zoveel mogelijk vooraf in de projectkosten geraamd en/of in rekening gebracht bij de ontwikkelaars.Bodemsanering
Bij projecten worden partijkeuringen uitgevoerd op vrijgekomen grond. Bij het aantreffen van ernstige verontreiniging kan dit tot aanzienlijke verwerkingskosten leiden.Archeologie
We lopen het risico dat er archeologische vondsten gedaan worden bij projecten in de openbare ruimte. Dit risico wordt geïnventariseerd door middel van het maken van proefsleuven voor de start van een project.3. Bedrijfsvoering (totaal risico € 204.000)
Bedragen x €1.000
Categorie Onderwerp
Beh.
Fin. Belang
Kans
Risico score
€
Kl.
%
€
Bedrijfsongevallen
V/A
250
1
2%
5
Fraude, diefstal
B
pm
1
0%
p.m.
Afwezigheid personeel wegens ziekte of anderszins
V
479
2
25%
120
Vertrek personeel
V
100
1
10%
10
ICT
V
137
3
50%
69
Totaal
966
204
Bedrijfsongevallen
Per 1 januari 2015 heeft de gemeente Groesbeek de "Goed Werkgeverschapsverzekering" afgesloten. Werkgevers hebben de wettelijke zorgplicht voor de veiligheid van werknemers en die zorgplicht wordt uitgebreid. De werkgever is aansprakelijk voor bedrijfsongevallen en beroepsziekten van werknemers. Ook molest is meeverzekerd. Naast ambtenaren vallen ook raadsleden, wethouders en de burgemeester onder de polis.Fraude en diefstal
De huidige economische ontwikkelingen kunnen voor de gemeente leiden tot verhoogde prikkels of gelegenheden tot het doen van of meewerken aan fraude. Er is een FOG-verzekering (Frauderisico-Onderlinge van gemeenten) afgesloten.
Daarnaast worden fysieke en/of administratieve maatregelen opgenomen (functiescheiding, procesbeschrijvingen). De interne controle richt zich ook op deze zaken.Afwezigheid van personeel wegens ziekte of anderszins
Kennis en kunde zijn (tijdelijk) niet beschikbaar waardoor de kwaliteit van de organisatie en de door de organisatie geleverde producten lager kan worden. Uitgangspunt bij ziekteverzuim is een interne oplossing en geen externe inhuur, afhankelijk van duur afwezigheid en taak.Vertrek personeel
Als gevolg van vertrek van personeel kan er kennis en kunde verloren gaan. Daarnaast is er bij het huidige personeel veel ervaring en kennis van de lokale situatie aanwezig, welke bij vertrek verloren gaan. Dit kan leiden tot inefficiency.ICT
Computeruitval kan tot gevolg hebben dat onze dienstverlening niet meer uitgevoerd kan worden en onze medewerkers niet meer optimaal kunnen werken. Vooral de laatste tijd zijn bedreigingen van virussen in het nieuws, hetzelfde geldt voor datalekken. Vooralsnog hebben wij daar geen last van.4. Financieel (totaal risico € 1.989.000)
Bedragen x €1.000
Categorie Onderwerp
Beh.
Fin. Belang
Kans
Risico score
€
Kl.
%
€
Open-einde regelingen
Leerlingenvervoer
A
60
2
30%
18
Nieuwe WMO en Jeugdwet
A
2.250
3
50%
1.125
Af/toename aantal uitkeringen PW/IOAW/IOAZ
V/A
pm
2
25%
p.m.
Vangnetuitkering (IAU) Wet Buig
A
pm
1
10%
p.m.
Toename aanvragen bijzondere bijstand
V
136
3
50%
68
Toename aanvragen schuldhulpverlening
V
25
3
50%
13
Toename aanvragen armoedebestrijding
V
20
3
50%
10
Toename aantal Bbz regeling (leningen)
A
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Toename aanvragen voorzieningen Wmo
V
285
2
25%
71
Vermindering legesopbrengsten
bouwvergunningenV
93
1
10%
9
Toename bezwaar/kwijtschelding - kosten/
minder opbrengstenV
80
1
5%
4
Lagere opbrengsten OZB, AH en RH door leegstand
bedrijfsvastgoedV/A
160
1
10%
16
Verbonden partijen
GR GGD
V/A
p.m.
3
50%
p.m.
GR MARN
V/A
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
ODRN
V/A
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
GR VRGZ
V/A
pm
p.m.
p.m.
p.m.
MGR Werkbedrijf en ICT
V/A
588
3
55%
323
Grondexploitatie
Toerekening apparaatskosten grex
V
93
1
5%
5
Economische risico's en vertraging
V/A
1.219
p.m.
p.m.
121
Grote projecten
Toerekenen apparaatskosten aan projecten
V
1.127
1
10%
113
Overige financiële risico's
Loonontwikkelingen
A/V
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Ontwikkeling pensioen premie
A
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Prijsontwikkelingen
V
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Algemene uitkering
A/V
200
2
25%
50
Renterisico
A
25
2
30%
8
Beleggingen - dividend
A
100
1
15%
15
Decentralisatie Rijkstaken
A
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Oninbare vorderingen
V
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Bezwaarschriften
V
5
4
80%
4
Garanties en borgstellingen
A
250
1
5%
13
Hypotheken personeel
V/B
100
1
3%
3
Wachtgeld/pensioenen bestuurders
V
p.m.
p.m.
p.m.
p.m.
Totaal
6.816
1.989
De risico's bij dit onderdeel hebben betrekking op open-einde regelingen, schadeclaims, verbonden partijen, grondexploitatie, grote projecten en overige financiële risico's.
Open-einde regelingen (totaal risico € 1.334.000)
Leerlingenvervoer
De raming voor 2017 bedraagt € 558.000. Het risico heeft betrekking op eventuele overschrijding van deze post.Nieuwe WMO/Jeugdwet
In 2015 zijn veel overgangsklanten opgenomen in systemen. In 2016 blijven de overgangsklanten voor een deel betaald worden en in 2017 kunnen deze ook doorlopen. Daarnaast komen er ook steeds nieuwe klanten bij. Door de herkenbaarheid van de sociale wijkteams zijn de aanvragen in 2016 opgelopen. Door verdere inbedding van organisaties en processen zal de vraag in 2017 niet minder worden. Het risico dat we lopen is dat de kosten met 25% stijgen.
Daarnaast lopen we het risico dat de rijksbudgetten verlaagd worden.Af-/toename aantal uitkeringen Participatiewet (PW) / IOAW / IOAZ
In de begroting 2017 is rekening gehouden met de vangnetuitkering. Verandering van het aantal klanten leidt tot hogere/lagere uitgaaf maar tegelijkertijd tot een hogere/lagere vangnetuitkering.Vangnetuitkering (IAU) Wet Buig
In de begroting is rekening gehouden met een vangnetuitkering van € 1,797 mln. Als de uitgaven meer dan 107,5% van de rijksuitkering bedragen, dan kan de gemeente een verzoek indienen voor een aanvullende rijksuitkering. Om hiervoor in aanmerking te komen moet de raad de Notitie Vangnetuitkering in 2017 vaststellen. Hierin worden oorzaken van de hogere uitgaven beschreven. Ook staan hierin de inspanningen van het college om uitgaven terug te brengen. Het risico bestaat dat het verzoek om aanvullende uitkering niet of ten dele wordt verkregen.Toename aanvragen bijzondere bijstand
Dit gaat om het risico dat het aantal aanvragen groter is dan waarmee we in de begroting rekening gehouden hebben.Toename aanvragen schuldhulpverlening
Dit gaat om het risico dat het aantal aanvragen groter is dan waarmee we in de begroting rekening gehouden hebben.
Er wordt overigens een stabilisatie van het aantal schuldhulpverleningsverzoeken verwacht.Toename aanvragen armoedebestrijding
In de begroting 2017 wordt uitgegaan van een stabilisatie van deze uitgaven t.o.v. 2016. Er is een kans dat de kosten hoger zullen uitvallen.Toename aantal BBz regeling (leningen)
Dit gaat om het risico dat het aantal aanvragen groter is dan waarmee we in de begroting rekening gehouden hebben.Toename aanvragen voorzieningen WMO
Dit gaat om het risico dat het aantal aanvragen groter is dan waarmee we in de begroting rekening gehouden hebben.
Gezien de uitgaven 2015 en voorgaande jaren is het aanhouden van een marge van 10% van de raming van € 2,85 mln. reëel.Vermindering legesopbrengsten bouwvergunningen
Dit risico is gebaseerd op 25% van de geraamde opbrengst ad € 373.500, en een kans van 10%.Toename bezwaar/kwijtschelding - kosten/minder opbrengsten
Dit risico is altijd aanwezig, maar wij schatten de kans relatief laag in.Lagere opbrengsten onroerende zaakbelasting, afvalstoffenheffing en rioolheffing door leegstand bedrijfsvastgoed
We lopen altijd het risico dat we minder opbrengsten realiseren door leegstand van bedrijfsvastgoed.Verbonden partijen (risico € 323.000)
Hierbij gaat het om partijen waarin de gemeente zowel een financieel als een bestuurlijk belang heeft. De verbonden partijen met de grootste financiële belangen zijn de GR Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), de Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst Regio Nijmegen (GGD), de Omgevingsdienst Arnhem Nijmegen (ODRN), de Milieusamenwerking en Afvalverwerking Regio Nijmegen (MARN) en het werkbedrijf Rijk van Nijmegen. Voor een nadere toelichting op de verbonden partijen wordt verwezen naar de paragraaf verbonden partijen in deze begroting. Het totale risico ten aanzien van verbonden partijen is vooralsnog gekwantificeerd op € 323.000.
GR VRGZ
Volgens de begroting 2017 van de VRGZ kunnen zij zelf alle risico's opvangen.GR GGD
Ten aanzien van de personele kosten van de GGD is er nog sprake van risico's die samenhangen met de fusie. Het gaat hierbij om mogelijke kosten voor het treffen van niet-actieve medewerkers. Voor de nieuwe taken "Veilig Thuis" en "Toezicht WMO" speelt de vraag hoe de doorontwikkeling loopt. Hierin kunnen mee -of tegenvallers zitten.GR ODRN
Met ingang van 2016 werkt de ODRN met productfinanciering. Dit houdt in dat er wordt afgerekend op basis van afgenomen producten tegen een vooraf vastgestelde productprijs. De deelnemers betalen extra als er bijv. meer bouwaanvragen binnenkomen. Dit risico wordt gedeeltelijk afgedekt door de te innen leges die meebewegen met het aantal aanvragen. Daarnaast komt een positief rekeningresultaat van de ODRN toe aan de deelnemers. Andersom geldt dit risico ook: bij minder bouwaanvragen betalen we minder, maar een eventueel negatief rekeningresultaat moet opgevangen worden door de deelnemers.GR MARN
De GR MARN beschikt niet over eigen vermogen om risico's op te vangen. De deelnemende gemeenten zijn samen verantwoordelijk voor eventuele tekorten. De risico's zijn pro memorie (p.m.) opgenomen.MGR Werkbedrijf
2015 was het eerste operationele jaar van de MGR en het Werkbedrijf. In 2015 heeft MGR Rijk van Nijmegen een Notitie Weerstandsvermogen en Risico-inventarisatie opgesteld. Uitgangspunt is dat de MGR niet zelf weerstandsvermogen gaat opbouwen. De risico's van het werkbedrijf zijn gekwantificeerd in de begroting van het werkbedrijf. De gemeente Berg en Dal dient naar rato rekening te houden met een risicobedrag van € 323.000.Grondexploitatie (risico € 126.000)
Om de risico’s te beperken hanteert de gemeente een overwegend faciliterend grondbeleid. De specifieke risico’s met betrekking tot de grondexploitaties zijn omschreven in de paragraaf grondbeleid.
De risico's in de sfeer van de grondexploitatie hebben vooral te maken met algemene economische ontwikkelingen die leiden tot lagere opbrengsten of hogere kosten. Hier valt bijvoorbeeld te denken aan vertraging van bouwprojecten (vooral rentekosten), het terugtrekken van partners, of het lager uitvallen van grondprijzen ten opzichte van de ramingen. Hoewel de economische vooruitzichten weer wat gunstiger lijken te zijn, is het in de huidige economische situatie nog steeds de vraag of de geraamde opbrengsten van de bouwkavels kunnen worden gerealiseerd en op welke termijn. Om de economische risico’s te kwantificeren is uitgegaan van een scenario waarin de nog te realiseren opbrengsten na 1 januari 2016 10% lager uitvallen dan geraamd en de nog te realiseren kosten 5% hoger uitvallen dan geraamd in de meest recente rapportage grondexploitaties.
Een ander risico schuilt in de toerekening van apparaatskosten aan de grondexploitaties. Wanneer projecten niet doorgaan komen de apparaatskosten mogelijk ten laste van de exploitatie. Meer informatie over de complexen van de grondexploitatie staat in de paragraaf grondbeleid.
Grote projecten (risico € 113.000)
Ook hier geldt dat we een risico lopen ten aanzien van de toegerekende apparaatskosten. Net zoals bij de grondexploitatie komen deze kosten, bij het niet doorgaan van de projecten, ten laste van de exploitatie. We hebben voor de grote projecten een risico berekend van € 113.000.
Overige financiële risico's (risico € 93.000)
Dit betreft risico’s met betrekking tot loon- en prijsontwikkelingen, ontwikkeling pensioenpremie, de algemene uitkering uit het Gemeentefonds, het renterisico, de dividenduitkeringen, de decentralisatie van rijkstaken, de oninbaarheid van vorderingen, het ontvangen van bezwaarschriften, de garanties en borgstellingen, de hypotheken voor het personeel en de wachtgelden voor bestuurders.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Weerstandscapaciteit
Berekening weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit geeft aan welke middelen wij beschikbaar hebben om eventuele tegenvallers op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande zaken. De weerstandscapaciteit wordt onderverdeeld in structureel en incidenteel.
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de:
1. onbenutte belastingcapaciteit;
2. post onvoorzien;
3. vrije begrotingsruimte;
4. structurele bezuinigingsmogelijkheden.1. Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit bestaat uit de mogelijkheden die wij als gemeente nog hebben om onze belastingopbrengsten te verhogen binnen de wettelijke grenzen.De totale onbenutte belastingcapaciteit bedraagt:
Bedragen x € 1.000
Belasting c.q. recht
Bedrag
1.
OZB
3.119
2.
Afvalstoffenheffing
-
3.
Rioolheffing
-
4.
Leges
p.m.
Totaal
3.119
Toelichting onbenutte belastingcapaciteit.
Onroerende zaakbelastingen
Voor de OZB hanteren we de zogenaamde artikel 12 norm. Op basis van de meicirculaire 2016 is deze norm 0,1927%. De onbenutte belastingcapaciteit is als volgt berekend.Bedragen x € 1.000
Onderdeel
Bedrag
Berekende waarde woningen*
3.332.017
Berekende waarde niet-woningen - eigenaren*
492.874
Berekende waarde niet-woningen - gebruikers*
427.396
Totaal waarde
4.252.287
Minimale opbrengst artikel 12-norm
8.194
Opbrengsten 2017
5.075
Onbenutte belastingcapaciteit
3.119
* basis = overzicht totale capaciteit
Afvalstoffenheffing
Het uitgangspunt is volledige kostendekking ofwel 100% kostendekkendheid. In de begroting 2017 is dit het geval. Dit betekent dat er geen sprake is van onbenutte belastingcapaciteit met betrekking tot de afvalstoffenheffing.Rioolheffing
Het uitgangspunt is volledige kostendekking ofwel 100% kostendekkendheid. In de begroting 2017 is dit het geval. Dit betekent dat er geen sprake is van een onbenutte belastingcapaciteit met betrekking tot de rioolheffing.Leges
Bij de heffing van leges hanteren we volledige kostendekking als uitgangspunt. Van belang hierbij is dat het totale bedrag aan legesinkomsten de aan de leges toegerekende lasten volledig dekt. Wij kunnen deze kosten niet volledig in beeld brengen. Hiervoor is een verfijning van de huidige kostenverdeelsystematiek noodzakelijk. De onbenutte belastingcapaciteit kunnen wij daarom niet in een bedrag uitdrukken. In de tabel is dit aangeduid met p.m. (pro memorie).2. Post Onvoorzien
In de begroting is voor 2017 € 143.000 geraamd als stelpost voor onvoorziene uitgaven.3. Vrije begrotingsruimte
In de begroting is een jaarlijkse stelpost van € 200.000 opgenomen voor nieuw beleid. Dit bedrag kan aangemerkt worden als vrije begrotingsruimte.4. Structurele bezuinigingsmogelijkheden
Er zijn geen structurele bezuinigingsmogelijkheden die ingezet worden als onderdeel van de structurele weerstandscapaciteit.Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit is opgebouwd uit de:
1. algemene reserve;
2. bestemmingsreserves, waarvan de bestemming nog kan worden gewijzigd;
3. stille reserves;
4. incidentele bezuinigingsmogelijkheden.1. Algemene reserve
De begrote stand van de algemene reserve per 31 december 2017 is € 9.244.000. De begrote stand van de vaste algemene reserve bedraagt € 16.883.000. Totaal: € 26.127.000.2. Bestemmingsreserves
Er zijn geen bestanddelen van de bestemmingsreserves beschikbaar als weerstandscapaciteit.3. Stille reserves
Het gaat bij stille reserves om de overwaarde van gemeentelijke bezittingen die direct verkoopbaar zijn zonder dat de bedrijfsvoering of het gemeentelijke beleid hierdoor wordt beïnvloed. De overwaarde (stille reserve) betreft het verschil tussen de verwachte verkoopopbrengst en de begrote boekwaarde per 31 december 2017.Wij hebben onze bezittingen beoordeeld op de benoemde uitgangspunten. Een groot deel van onze bezittingen is nodig voor de bedrijfsvoering en de uitvoering van ons beleid. Ons gemeentehuis gebruiken we voor ons bestuur en de publieksservice. De onderwijs- en welzijnsgebouwen zijn beleidsmatig noodzakelijke voorzieningen. Er is derhalve geen sprake van stille reserves.
4. Incidentele bezuinigingsmaatregelen
Er is geen sprake van incidentele bezuinigingsmaatregelen die kunnen bijdragen aan de incidentele weerstandscapaciteit.
Totaaloverzicht weerstandscapaciteit
De totale weerstandscapaciteit van de gemeente ziet er als volgt uit:
Bedragenx € 1.000
Onderdeel
Bedrag
Structurele weerstandscapaciteit
1.
onbenutte belastingcapaciteit
3.119
2.
post onvoorzien
143
3.
vrije begrotingsruimte
200
4.
structurele bezuinigingsmogelijkheden
-
Totaal structurele weerstandscapaciteit
3.462
Incidentele weerstandscapaciteit
1.
algemene reserve
26.127
2.
bestemmingsreserves
-
3.
stille reserves
-
4.
incidentele bezuinigingsmogelijkheden
-
Totaal structurele weerstandscapaciteit
26.127
Totaal weerstandscapaciteit per 31-12-2017
29.589
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Weerstandsvermogen
Ratio weerstandsvermogen
Op basis van het risicoprofiel en de inventarisatie van de weerstandscapaciteit bepalen wij ons weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen drukken wij uit in een verhoudingsgetal.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit
Benodigde weerstandscapaciteit (= totaal risicoscore)
Op basis van de begroting 2017 ziet de weerstandsratio er als volgt uit:
Begroting
Begroting
Rekening
Begroting
2017
2016
2015
2015
Ratio
29.588.873
=
8,31 (3,57)
4,47
3,85
2,50
weerstandsvermogen
3.560.000
Tussen haakjes ziet u de ratio zonder de vaste algemene reserve.
Wanneer de nog van het rijk te ontvangen frictiekostenvergoeding in de jaren 2017 en 2018 wordt meegewogen in de berekening van het weerstandsvermogen, dan bedraagt de ratio weerstandsvermogen 32.730.873 /3.560.000 = 9,19.
Conclusie
Onze weerstandsratio is uitstekend.
Hierbij zijn twee kanttekeningen te maken:
- In tegenstelling tot voorgaande jaren is de vaste algemene reserve nu ook meegenomen. Bij nader inzien vinden we dat beter. Dit leidt tot een aanzienlijk hogere weerstandsratio.
- Veel risico's zijn nauwelijks of niet in te schatten. Deze hebben we als "p.m." (pro memorie) meegenomen. We weten dat we de risico’s lopen, maar weten niet hoog deze zijn. Deze risico's worden niet (of met de waarde 0) meegenomen in de totaaltellingen.Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen dient dit genormeerd te worden. Hiervoor maken we gebruik van onderstaande waarderingstabel. Deze tabel is ontwikkelt door het Nederlands Adviesbureau Risicomanagement in samenwerking met de Universiteit Twente. Diverse gemeenten hanteren deze tabel, die een goed inzicht geeft in de vraag of er genoeg weerstandscapaciteit is.
Tabel: Normering weerstandsvermogen
Ratio weerstandsvermogen
Betekenis
> 2,0
Uitstekend
1,4 < x < 2,0
Ruim voldoende
1,0 < x < 1,4
Voldoende
0,8 < x < 1,0
Matig
0,6 < x < 0,8
Onvoldoende
< 0,6
Ruim onvoldoende
Met een weerstandsvermogen van 8,31 beschikken wij op dit moment over een uitstekend weerstandsvermogen. Er zijn voldoende middelen om de geïnventariseerde risico’s op te kunnen vangen.
Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Kengetallen
Financiële kengetallen
Op grond van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) moeten gemeenten een vijftal financiële kengetallen opnemen in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing van de begroting en de jaarstukken. Het doel is om op deze wijze makkelijker inzicht te verschaffen in de financiële positie van de gemeente.
De vijf kengetallen maken inzichtelijk over hoeveel (financiële) ruimte de gemeente beschikt om structurele en incidentele lasten te kunnen dekken of op te vangen. Ze geven inzicht in de financiële weer- en wendbaarheid. Hoe de kengetallen in relatie tot de financiële positie moeten worden beoordeeld, is voorbehouden aan de raad. Hiervoor zijn geen algemene normen gegeven.
Toelichting kengetallen
De kengetallen betreffen:
1a. de netto schuldquote;
1b. de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen;
2. de solvabiliteitsratio;
3. de grondexploitatie;
4. de structurele exploitatieruimte;
5. de belastingcapaciteit.De kengetallen worden hieronder inhoudelijk toegelicht.
Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten opzichte van de eigen middelen. Het geeft een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen op de exploitatie drukken. Omdat er bij leningen onzekerheid kan bestaan of ze allemaal worden terugbetaald, wordt bij de berekening van de netto schuldquote onderscheid gemaakt door het kengetal zowel inclusief als exclusief de doorgeleende gelden te berekenen. Op die manier wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is én wat dat betekent voor de schuldenlast.De solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio wordt het eigen vermogen als percentage van het totale balanstotaal verstaan.Kengetal grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale (geraamde) baten. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij de verkoop. De accountant beoordeelt ieder jaar bij de jaarrekening of de gronden tegen een actuele waarde op de balans zijn opgenomen.Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Voor de beoordeling van het structurele en reële evenwicht van de begroting wordt onderscheid gemaakt tussen structurele en incidentele lasten.Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Onder de woonlasten worden verstaan de OZB, de rioolheffing en reinigingsheffing voor een woning met gemiddelde waarde in die gemeente.Berekening kengetallen
Kengetal
Rekening 2015
Begroting 2016
Begroting 2017
Begroting 2018
Begroting 2019
Begroting 2020
Normering
Categorie1. Netto schuldquote
a. zonder correctie doorgeleende gelden
33%
39%
41%
40%
41%
38%
A
b. met correctie doorgeleende gelden
18%
21%
24%
24%
24%
22%
A
2. Solvabiliteitsratio
49%
47%
45%
46%
47%
46%
B
3. Grondexploitatie
2%
2%
2%
6%
5%
4%
A
4. Structurele exploitatieruimte
12%
2%
2,1%
1,8%
1,7%
1,7%
A
5. Belastingcapaciteit
87%
89%
91%
91%
91%
91%
A
Beoordeling kengetallen
Zoals aangegeven bestaan er geen algemeen geldende of wettelijk voorgeschreven normen voor de beoordeling van de financiële kengetallen in relatie tot de financiële positie van de gemeente. Voor een afgewogen beoordeling van de financiële positie moeten de financiële kengetallen in hun onderlinge samenhang en binnen de specifieke context van de gemeente worden bezien.
Om de beoordeling gemakkelijker te maken hebben wij in de laatste kolom van bovenstaande tabel een normering opgenomen. Deze normering is gelijk aan de normen die de provincie Gelderland in het kader van haar financiële toezichtsfunctie hanteert. Hierbij wordt gewerkt met de drie categorieën ‘A’, ‘B’ en ‘C’. Aan deze categorieën is geen kwalificatie gegeven, omdat normering in eerste instantie door de gemeente zelf plaats dient te vinden. Wel kan over het algemeen worden gesteld, dat categorie A het minst risicovol is en categorie C het meest.
In samenhang geven de kengetallen een gematigd positief beeld van de financiële positie van de gemeente Berg en Dal. De schuldpositie is op een aanvaardbaar niveau, er is sprake van enige onbenutte belastingcapaciteit en het weerstandsvermogen is voldoende zodat wij in staat zijn om eventuele financiële tegenvallers op te kunnen vangen.
Tabel: Financiële kengetallen normering Provincie Gelderland
Kengetal
Categorie A
Categorie B
Categorie C
1. Netto schuldquote
a. zonder correctie doorgeleende gelden
<90%
90-130%
>130%
b. met correctie doorgeleende gelden
<90%
90-130%
>130%
2. Solvabiliteitsratio
>50%
20-50%
<20%
3. Grondexploitatie
<20%
20-35%
>35%
4. Structurele exploitatieruimte
Begr én MJR >0%
Begr én MJR >0%
Begr én MJR <0%
5. Belastingcapaciteit
<95%
95-105%
>105%
Ten aanzien van de grondexploitaties geldt dat deze jaarlijks worden geactualiseerd en dat de waardering van de grondexploitaties wordt betrokken in het oordeel van de accountant ten aanzien van de getrouwheid van de jaarrekening. Dit oordeel is tot op heden positief. Waar nodig zijn voor voorziene exploitatietekorten afdoende voorzieningen getroffen.